25 dingen die je misschien wilt weten over Carl Weenink

1) Mijn allereerste auto was een Datsun 120Y. Hij was zeegroen. Dat laatste lijkt misschien een onbelangrijk detail, maar ik dacht tot op het moment dat ‘ie total loss werd gereden dat ‘ie blauw was. Dat brengt me op punt 2).

2) Ik ben behoorlijk kleurenblind.

3) Ik haalde mijn rijbewijs bij de vijfde poging. Ik heb in 30 jaar sturen één keer brokken gemaakt. Eenzijdig maar hij telde dubbel.

4) Mijn eerste vakantiebaantje was bij het bedrijf van mijn vader. Daar liep ik de hele dag in het magazijn te sjouwen met uitlaten en accu’s. In de lunchpauze mocht ik kijken als ‘de echte mannen’ gingen klaverjassen.

5) Mijn eerste ‘echte’ baan was fietsenmaker. Daarna volgde een serie commerciële functies. Deels in de retail, deels B2B in (vooral) de buitendienst. Van het huis-aan-huis verkopen van abonnementen tot verkoopleider. The school of hard knocks.

6) In 1987 werd ik uiteindelijk tóch nog wat ik altijd wilde worden: journalist. Bij de Nieuwe Noordhollandse Courant. Derde klasser, nul dienstjaren. Ik leverde bijna 1.000 gulden netto salaris per maand in. En een auto van de zaak.

7) Ik heb thuis behalve de beste gymjuf van Nederland als echtgenote, twee gozertjes rondlopen. De een uit 2000, de ander uit 2003. Toen vond ik het wel zat. De gymjuf niet, maar ik heb voet bij stuk gehouden.

8 ) Ik was 6 toen ik met mijn vader voor het eerst naar Ajax ging. Het grote Ajax, met Cruijff, Keizer, Swart en noem maar op. Ajax won met 3-0. Ik weet niet meer van wie, maar ik geloof Go Ahead, wat toen nog Go Ahead Eagles heette. Het was in De Meer. We liepen hand in hand naar het stadion.

9 ) Ik ben geboren in Amsterdam Oost. Verhuisde puberend naar Purmerend. Dat ging niet vrijwillig.

10) Ik was ‘tail back’ bij de Amsterdam Crusaders. Nederlands kampioen in (ik geloof) 1988. We versloegen aartsvijand Amsterdam Rams. Touch down in het vierde kwart. Niet gescoord die wedstrijd, wel MVP.

11) Ik werd niet toegelaten tot de School voor de Journalistiek in Utrecht. Heb voor 4 kranten geschreven en honderden magazines.  Die selectieprocedure bleek niet best in elkaar te steken…

12) Ik werd niet toegelaten tot het Korps Mariniers. Uit de psychologische test bleek dat het opvolgen van commando’s niet mijn sterke punt was. Die selectieprocedure blijkt best goed in elkaar te steken…

13) Ik kook een paar keer per week. Daar is niet iedereen gelukkig mee.

 

14) Je doet me een plezier met een goed glas wijn, maar een koude Heineken blijft favoriet.

15) Bijna alle ‘grotere’ reclamecampagnes die ik (als copywriter) heb gemaakt, waren retailcampagnes. Blokker, V&D, Scapino, C1000 en vele anderen. Dat was geen bewuste keuze, maar moest blijkbaar zo zijn.

16) Mijn kinderen hockeyen, skiën en tennissen. Verder zijn het best normale jongens.

 

17) Ik vergeet nooit een gezicht, maar te vaak een naam (bij voorbaat excuses).

18) Mijn allereerste ‘internet klus’ was een dagelijkse nabeschouwing van de prestaties van de Rabo wielerploeg in de Tour de France. Dat was halverwege de jaren ’90. Ik had toen ik begon geen idee wat internet was. Na afloop wel.

19) Ik heb honderden ondernemers geïnterviewd. De meest bijzondere waren Herman Heinsbroek, Victor Muller, Jan des Bouvrie, Eckart Wintzen en Aad Ouborg – niet toevallig allemaal self made ondernemers.

20) Ik heb géén iPhone, géén iMac en géén iPad. Nooit gehad ook.

21) Mijn eerste hond heette Bobby, de laatste Bommel. Ik wil een hond. De jongens willen een hond. De gymjuf niet.

22) Ik was ‘ghostwriter’ van een handvol ‘belangrijke mannen’, inclusief een heuse Minister President. De moeilijkste speech die ik ooit schreef was voor mezelf. Bij de uitvaart van mijn vader.

23) Ooit ga ik leren tapdansen.

 

 

NB. De nummers 24 en 25 volgen binnenkort. Ik heb nog een zóveel te doen….